Hoe je kind helpen?
Aanleren betekent helpen. Begeleid je kind en verwacht niet dat het zich alleen uit de slag trekt, zeker in het begin van het leerproces wanneer de vaardigheid nog niet zichtbaar aanwezig maar enkel aan het ontluiken is.
Je kan verschillende soorten hulp bieden:
Soorten hulp | Uitleg en voorbeelden |
---|---|
Fysieke hulp | Maak met je hand of met je lichaam contact met je kind en help het om de gewenste activiteit correct uit te voeren. Voorbeeld Ga achter je kind staan, neem zijn hand en help het om zijn potlood vast te houden tijdens het inkleuren. |
Hulp met gebaren | Beweeg je hand en/of je lichaam om een bepaalde activiteit aan te wijzen. Voorbeeld Wijs naar de knop van de stortbak om je kind eraan te herinneren dat hij moet doortrekken nadat hij naar het toilet is geweest. |
Verbale hulp | Zeg een woord of geef een instructie om hem te helpen de activiteit correct uit te voeren. Voorbeeld Zeg "neem de zeep". Opgelet: in dit geval is het belangrijk kort en duidelijk te zijn. |
Demonstreren | Toon je kind wat hij moet. Voorbeeld Poets je tanden om te tonen wat hij moet doen. |
Visuele hulp | Toon je kind een afbeelding van: het gewenste gedrag, een afgewerkte activiteit, de verschillende handelingen die het moet uitvoeren. Gebruik hiervoor foto's, pictogrammen, voorwerpen of tekst. |
Gecombineerde hulp | Combineer verschillende soorten ondersteuning bieden om je kind te helpen bij een activiteit. Voorbeeld: Bij het opruimen van zijn speelgoed kan je verbale hulp (zeg "daarin") combineren met passieve hulp (wijs naar de speelgoedbak). |
SUPERTIP!
In het document ‘Visualiseren: hulpmiddelen’ vind je links naar websites met gratis pictogrammen en handige tools om zelf aan de slag te gaan met visualisaties.
De hulp die je geeft moet aangepast zijn:
Aan het begripsvermogen
Het type hulp dat je geeft, moet overeenstemmen met het begripsvermogen van je kind. Het heeft geen zin om verbale aanwijzingen te geven indien je kind die niet begrijpt, iets te schrijven indien het niet kan lezen of een foto te tonen indien het geen voorwerpen kan herkennen.
Aan mensen met autisme die een beperkt begripsvermogen hebben (die m.a.w. nog geen verbale of geschreven instructies en geen foto's kunnen begrijpen) wordt meestal fysieke hulp gegeven. Ook objecten kunnen gebruikt worden.
Aan zijn competentieniveau
Opdat je kind de nieuwe activiteit zou kunnen leren, moet het in staat zijn om die alleen en zonder hulp uit te voeren.
Tijdens het oefenen is het dus nodig om de hulp aan te passen aan de mogelijkheden van je kind. Je dient de hulp langzamerhand af te bouwen al naargelang je kind erin slaagt om de verschillende handelingen van de activiteit alleen uit te voeren.
Voorbeeld
Stap van volledige fysieke hulp (de hand van uw kind vasthouden om te kleuren) naar gedeeltelijke hulp (de bewegingen van zijn hand niet meer leiden, maar wel het potlood samen blijven vasthouden) tot er geen fysieke hulp meer nodig is.
Aan de specifieke kenmerken van je kind
Voor sommige kinderen zullen bepaalde types van hulp beter werken dan andere. Is je kind ontvankelijker voor een bepaald soort hulp? Wordt het misschien niet graag aangeraakt? Zouden foto's waarop je hem of haar ziet terwijl hij de activiteit zelf uitvoert (handen wassen, eten, in de tuin spelen) goed werken? Of zouden foto's met alleen maar de zeep, zijn bord of de tuin volstaan?
Houd ook rekening met de specifieke kenmerken van je kind: zintuiglijke over- of ondergevoeligheid (visueel, auditief, enz.), motorische problemen, aandachtsstoornissen, enz.
Doelstelling: Laure geeft de foto van haar beker wanneer ze dorst heeft.
Hulp bieden: fysieke hulp.
De foto samen met haar vastnemen en haar helpen om de foto te geven. Met fysieke hulp kan de hele handeling worden gestuurd. Laure weet in het begin immers niet wat ze moet doen.