Overprikkeling

Overprikkeling gebeurt niet plots, ook al lijkt dat soms wel zo.
Als ouder zie je vaak pas achteraf dat het fout liep: je kind ontploft, barst in tranen uit, sluit zich helemaal af, of lijkt 'plots' onbereikbaar. Maar meestal zijn er vroegere signalen. Signalen die aangeven: “Dit wordt te veel voor mij.”

Door deze signalen te leren herkennen, kun je je kind beter ondersteunen, vaak nog vóór het helemaal escaleert.

Kind overprikkeld

Wat is overprikkeling?

Kinderen met autisme reageren vaak anders op prikkels uit hun omgeving, maar ook op prikkels van binnenuit.
Denk aan geluid, licht, aanraking, maar ook aan honger, vermoeidheid, spanningen in het lichaam of drukke gedachten.
Wat voor andere kinderen nauwelijks opvalt, kan voor hen overweldigend of verwarrend zijn. Dat kan leiden tot overprikkeling: een toestand waarin de spanning oploopt en het moeilijk wordt om nog te reageren of functioneren zoals gewoonlijk.

Overprikkeling is geen officiële medische diagnose, maar wel een term die ouders en begeleiders vaak gebruiken om te beschrijven wat er gebeurt wanneer prikkels, van buitenaf of van binnenuit, te veel worden voor een kind. Het gaat dan om sensorische prikkels (geluid, licht, geur, aanraking…), cognitieve belasting (moeten plannen, schakelen, informatie verwerken) of sociale prikkels (contact, verwachtingen, onduidelijkheid).

Deze prikkels kunnen zich opstapelen: een drukke klas, onverwachte veranderingen, iemand die iets vraagt dat niet begrepen wordt, te veel lawaai... Tot het 'emmertje overloopt'.

Bij sommige kinderen uit zich dat in boosheid, huilen of weglopen. Andere kinderen trekken zich juist terug, sluiten zich af of ‘bevriezen’ (shutdown). Ook lichamelijke klachten zoals hoofdpijn of buikpijn kunnen een signaal zijn.

Zij vertellen

Als hij uit school komt en zijn boekentas niet meteen open krijgt, gooit hij die op de grond en roept dat alles stom is. Dan weet ik: het zit vanbinnen al overvol. Eigenlijk is het zijn manier om te zeggen 'het was vandaag te veel.

-
papa van Milan

Ik dacht altijd dat ze gewoon koppig was. Tot ik begreep dat haar boze reacties meestal kwamen als er die dag al veel veranderd was in de planning.

-
Mama van Noor

Vroege signalen: waar kan je op letten?

Niet elk kind toont dezelfde signalen. Toch zijn er veel voorkomende waarschuwingssignalen die kunnen wijzen op oplopende spanning:

🔸 Gedragssignalen:

  • Snel geïrriteerd of boos worden over kleine dingen
  • Zich terugtrekken, minder praten of net opvallend druk worden
  • Zich vastklampen aan regels, routines of personen
  • Herhaaldelijk vragen stellen of controle zoeken
  • Stereotiep gedrag: wiebelen, tikken, wiegen, friemelen
  • Plots weigeren iets te doen dat normaal wel lukt

🔸 Lichamelijke signalen:

  • Gapen, geeuwen, bleek zien
  • Handen op oren of ogen sluiten
  • Spierspanning, fronsen, stijve houding
  • Klagen over hoofdpijn of buikpijn
  • Onrustige motoriek of wiebelen

🔸 Emotionele signalen:

  • Onzekerheid of angst
  • Overgevoelig reageren op kritiek
  • Plots huilen
  • Gevoel of aangeven dat niets lukt of niemand hen begrijpt
  • Stil verdriet zonder duidelijke aanleiding