Het dagelijkse leven begrijpelijk maken
Het is u vast al overkomen: u probeert met uw kind te praten om hem iets te doen begrijpen ("We gaan terug naar huis", of "Neen, we gaan niet met de auto") en er komt geen reactie. Hoe hard u ook uw best doet om het hem uit te leggen, u botst op een muur van onbegrip. Uw kind doet niets of laat duidelijk zien dat het ontevreden is en biedt weerstand. Wat kan u doen om ervoor te zorgen dat uw kind u begrijpt en om uw boodschap te verhelderen?
Bij communicatie zijn twee aspecten van belang: er is iemand die een boodschap uitstuurt (de zender) en iemand die de boodschap moet ontvangen en begrijpen (de ontvanger).
Deze twee aspecten van de taal (zenden en ontvangen) zijn allebei even belangrijk. In dit hoofdstuk gaan we ons bezighouden met al wat bij het begrijpen van de boodschap door een persoon met autisme komt kijken. Meer informatie over het uitzenden van een boodschap: Je kind helpen om zich uit te drukken.
Autisme en begripsvermogen
Begrijpen wil zeggen dat je de informatie uit de wereld rondom je kan oppikken en verwerken. Mensen met autisme hebben het vaak moeilijk om :
- verbale en non-verbale boodschappen te begrijpen ;
Wat zegt men tegen mij?
Wat vraagt men mij? - hun omgeving te begrijpen.
Wat verwacht men van mij? Waar gaan we naartoe?
Wat staat er daarna op het programma?
Voor mensen met autisme is het antwoord op deze vragen vaak zeer onduidelijk. Ze hebben het immers moeilijk met tal van aspecten van communicatie :
Moeite om verbale en non-verbale boodschappen te begrijpen
Mensen met autisme hebben niet alleen moeite met woorden, maar ook met gebaren, gelaatsuitdrukkingen, lichaamstaal, bedekte toespelingen, abstracte begrippen, intonaties... Verstandelijk begaafde mensen met autisme die hebben het in het bijzonder moeilijk met beeldspraak (uitdrukkingen zoals zijn kop over iets breken, de hand van iemand vragen).
Voorbeeld
- Begrijpen wat het betekent wanneer iemand op zijn horloge kijkt wanneer je met hem praat, namelijk dat je hem verveelt of dat hij ervandoor moet.
- Begrijpen dat iemand die aan de telefoon vraagt "Is je mama thuis" eigenlijk ook bedoelt "Ga even je mama roepen".
- Begrijpen dat het ironisch bedoeld is wanneer iemand zegt "Lekker weertje vandaag hé" wanneer het buiten stenen uit de grond vriest.
Alle woorden in een zin begrijpen, de zinsbouw kunnen ontleden, weten welke de sleutelwoorden in een zin zijn en het juiste verband tussen de woorden kunnen leggen.
Voorbeeld
Als je tegen Jean-Marc zegt: "Vandaag gaan we niet naar het zwembad", dan gaat hij bij de deur staan omdat hij heeft verstaan dat hij naar het zwembad zal gaan. Hij begreep het woord 'zwembad', maar de ontkenning in de zin niet.
De intonatie waarop iets gezegd wordt juist inschatten.
Voorbeeld
Matthias zegt vaak "ja" wanneer je iets tegen hem zegt. Hij hoort het verschil niet tussen een vraag en een andere uitspraak.
Moeite om zintuiglijke informatie te ontvangen en te verwerken
Zintuiglijke prikkels kunnen het begrijpen van verbale en non-verbale boodschappen verstoren.
Voorbeeld
Aan tafel een gesprek kunnen volgen hoewel er verschillende discussies tegelijk worden gevoerd.
Moeite om de informatie te interpreteren in functie van de context
Voorbeeld
Dit rode lint heeft een andere betekenis wanneer een meisje het in haar haar draagt en wanneer iemand het op zijn jas speldt.
Moeite om de eigen emoties en gevoelens te begrijpen en te verwerken en om die van anderen begrijpen (empathie)
Voorbeeld
- De taal van de ogen begrijpen.
- Weten of mama boos of tevreden is.
- Begrijpen dat je zowel kan wenen van verdriet als van vreugde.
Moeite om zich aan te passen aan verschillende contexten en aan nieuwe dingen
Voorbeeld
- Voor Michel ben je pas aangekleed als je een kostuum draagt. Als je iets anders draagt, ben je slordig. Hij wil dan ook geen jeans aan om met zijn vrienden naar de bioscoop te gaan.
- "Pluk geen bloemen in de tuin". Sinds Louis deze regel heeft geleerd, ergert hij zich telkens hij bij een bloemist voorbijkomt. Hij begrijpt niet waarom de bloemist bloemen mag 'plukken'.
- Mama vraagt Karel om de choco uit de kast te nemen. Hij zoekt de pot choco en zegt na een tijdje dat hij deze niet kan vinden. Wanneer mama komt kijken staat de pot nochtans op de gewone plaats. Mama kocht een nieuw merk choco en Karel herkent dit niet langer als choco.
Autisme en de behoefte aan visuele ondersteuning
Mensen met autisme hebben het moeilijk met taal en met hun omgeving. Geschreven taal, afbeeldingen, foto's en voorwerpen begrijpen ze daarentegen veel beter, omdat het vaste en concrete visuele aanwijzingen zijn. Deze visuele aanwijzingen bieden hen dus veel meer houvast, zelfs voor iemand met autisme die kan lezen of schrijven.
Voorbeeld
Simon kan zich op straat aan de regels houden (de hand van zijn broer vasthouden, niet op straat rennen, enz.) maar hij heeft het nodig dat ze in een boekje geschreven staan.
Visuele ondersteuning maakt deel uit van ons dagelijks leven en nochtans begrijpen wij taal! Denk aan alle symbolen en pictogrammen die u dagelijks tegenkomt en die onze omgeving verduidelijken: verkeersborden, symbolen voor gevaarlijke producten, weersymbolen, wegwijzers, het symbool voor het toilet, het uur, enz.
Iedereen heeft deze symbolen nodig en gebruikt ze. En iedereen begrijpt een beeld beter dan een lange uitleg. Uw kind heeft moeite met begrijpen en heeft dus nog meer nood aan symbolen dan u.
Voorbeeld
Ik denk in beelden. Woorden zijn voor mij een soort tweede taal. Ik vertaal zowel gesproken als geschreven woorden in full-color films, compleet met geluid, die als een videoband worden afgespeeld in mijn hoofd. Wanneer iemand tegen mij spreekt, worden zijn woorden meteen in beelden omgezet. Mensen die taalgebonden denken kunnen dit maar moeilijk begrijpen, maar in mijn job - ik ontwerp uitrusting voor de veehouderij - is denken in beelden een formidabele troef.
Temple Grandin