Sporten
Sporten biedt tal van voordelen, hoe jong of hoe oud je ook bent: je slaapt beter, je voelt je beter in je lijf, je zelfvertrouwen groeit, je ontwikkelt sociale vaardigheden, zin voor fairplay, enz. Toch lijken jongeren af te haken; ze hebben het meer voor gamen, chatten, surfen en tv-kijken.
Sport en autisme
Voor kinderen met autisme beginnen de problemen al op het niveau van de zintuiglijke waarneming. Zo hebben ze het bijvoorbeeld moeilijk om de juiste beginstand aan te nemen, om prikkels te negeren, enz.
Ze hebben ook moeite met het onderscheiden van aparte bewegingen, vandaar dat vaak wordt gezegd dat ze 'in blok' bewegen. Vraag je aan je kind om tegen een bal te trappen, dan kan het zijn dat het met de voet uithaalt maar tegelijk ook met de armen, hoewel dat niet nodig is.
Een bal wegtrappen is bijzonder ingewikkeld omdat je:
- het doel van de oefening moet begrijpen
- gemotiveerd moet zijn om de oefening te doen
- je aandacht erbij moet houden
- de nodige bewegingen achtereen moet kunnen maken
- snelle bewegingen moet kunnen maken
- moet kunnen anticiperen.
Verder kan er ook sprake zijn van zintuiglijke problemen:
- Een overdreven reactie op stimuli.
- Of omgekeerd, een verlaagde zintuiglijke waarneming, zoals bijvoorbeeld de snelheid van de bal niet zien.
Stereotypieën kunnen een beletsel vormen voor het aanleren van een sport.
Ook problemen met communicatie en socialisering kunnen de sportbeoefening hinderen.
Ondanks deze hinderpalen kunnen kinderen mits een goede omkadering en de juiste ondersteuning toch vooruitgang boeken en de nodige vaardigheden ontwikkelen.
Een sport kiezen
Zoals alle ouders vraag je je ongetwijfeld af welke sport je voor je kind moet kiezen. Aangezien het om een vrijetijdsbesteding gaat, is het antwoord uiteraard zeer subjectief. Dit gezegd zijnde, kan je dezelfde strategie gebruiken als voor het ontwikkelen van een hobby: observeren, evalueren, doelstellingen bepalen en aanleren. Houd rekening met de vaardigheden (cognitieve, communicatieve, zintuigelijke, motorische) en interesses van je kind wanneer je een sport kiest.
Over het algemeen liggen groepssporten soms moeilijk omdat ze veronderstellen dat je de regels van het spel kent en ook de sociale regels. Daarom gaat de voorkeur veelal uit naar individuele sporten:
- Zwemmen omwille van de psychomotorische aspecten.
- Klimmen en paardrijden voor het plezier.
- Fitness voor volwassenen omdat het om een sport gaat die individueel wordt beoefend in het bijzijn van andere sporters.
- Wandelen, op voorwaarde dat ritme en afstand worden aangepast.
Judo, een sport die je met z'n twee beoefent, zou naar verluidt wel kunnen. Tennis en tafeltennis kunnen ook een goede keuze zijn. Hou er wel rekening mee dat het moeilijkere disciplines zijn omdat je snelle bewegingen moet kunnen maken.
Vóór je kind met de echte sportbeoefening begint, kan je het alvast helpen met een goede voorbereiding:
- Zo kan je vóór je naar het zwembad gaat het gezicht natmaken met de douchesproeier in de badkamer of hem in het badwater leren blazen.
- Leer je kind al zittend de bal opvangen vóór je met de bal gaat spelen.
- Vraag je kind zijn handen in zijn of haar zakken te steken vóór het tegen de bal trapt.
- Laat je kind de automatismen die bij sommige sporten nodig zijn gerust inoefenen.
- Doe het zelf voor, toon hoe je kind het moet doen.
Nog meer informatie over vrijetijdsactiviteiten in onze Praktische Gids: klik hier