Waarom 'harde' straffen niet helpen

Met ‘harde’ straffen bedoelen we bijvoorbeeld een klap geven, schreeuwen of een uitbrander geven. Onderzoeksresultaten hebben herhaaldelijk aangetoond dat straffen als reactie op ongewenst gedrag op lange termijn geen gunstig resultaat opleveren. Daar zijn verschillende verklaringen voor:

  • Met een straf pak je de onderliggende oorzaak van het gedrag niet aan.
  • Ook al heeft een straf op korte termijn een positief effect, toch bestaat het risico dat het ongewenst gedrag vrij vlug door ander ongewenst gedrag vervangen wordt.
  • Straffen is doorgaans enkel effectief wanneer het gebeurt binnen een welbepaalde context en door een specifieke persoon. Dit geldt zeker voor kinderen met autisme omdat ze het moeilijk hebben om wat ze binnen één context leerden toe te passen in een andere.
  • De strafmaat op zich is een slecht voorbeeld voor kinderen. Kinderen imiteren nu eenmaal volwassenen. Als je een kind slaat, kan het daaruit afleiden dat slaan toegestaan is.
  • De straf kan ertoe leiden dat het kind zich agressief opstelt ten aanzien van degene die straft.
  • Als je een kind straft, wil je als ouder dat het daar iets uit leert. Daarvoor moet een kind de koppeling kunnen maken tussen de straf en zijn gedrag. Kinderen met autisme hebben het daar vaak moeilijk mee. Het kan ook zijn dat ze de straf aan een irrelevant detail koppelen.
  • Kinderen met autisme denken soms dat de straf bij de gang van zaken hoort, zodat het afschrikkend effect ervan totaal verloren gaat. Indien je iedere keer roept wanneer je kind iets verkeerd doet, kan het denken dat het hoort bij een normale manier van spreken.