Vriendschappen stimuleren

Vriendschap is vaak iets heel specifieks voor kinderen met autisme. Zo denken ze soms dat vrienden hebben betekent dat je er minstens vier hebt. Of dat een vriend iemand is die enkel met hen speelt en niet met andere kinderen. Soms verwarren ze vriendelijkheid met vriendschap, spelen ze het liefst met jongere kinderen of zoeken ze vooral het gezelschap op van volwassenen.

Kinderen met autisme die toenadering zoeken, doen dit soms op een onhandige manier. Voor hen zijn de sociale regels rond vriendschap (samen delen, samen dingen doen, opkomen voor elkaar, elkaar vertrouwen, elkaar steunen, enz.) niet altijd duidelijk. Leeftijdsgenoten vinden hen misschien opdringerig, bizar, onhandig of saai omdat ze steeds over hetzelfde willen praten of hetzelfde spel willen spelen.

vriendschappen bevorderen kinderen

Autisme mag vriendschap niet uitsluiten. Vrienden hebben biedt heel wat voordelen:

  • Het is goed voor de sociale en emotionele ontwikkeling.
  • Het is goed voor het zelfbeeld.
  • Je ontwikkelt vaardigheden om problemen op te lossen.
  • Je hebt minder kans om gepest te worden.
  • Het is een goede basis voor een partnerrelatie op volwassen leeftijd.

Praat met je kind over zijn vrienden

Een kind vertelt niet altijd uit zichzelf dat het geen vriendjes heeft om samen te spelen. Praat met je kind over zijn ervaringen op school. Vraag met wie het speelt en naast wie het in de klas zit. Vindt het de manier waarop ze samen spelen leuk? Vindt het iemand op school echt leuk en denkt het dat anderen hem of haar leuk vinden? Je kan er ook over praten met de leerkracht.

Het is mogelijk dat kinderen die moeite hebben om vriendjes te maken minder hoge eisen stellen aan vriendschap en al tevreden zijn als er iemand is met wie ze samen iets kunnen doen.

Help je kind om een sociaal netwerk te ontwikkelen

Vriendschappen ontstaan niet op basis van een diploma of specialisatie, wel vanuit gemeenschappelijke interesses en omdat het op de één of andere manier klikt. Een sociaal netwerk ontstaat niet altijd spontaan. Maar net zoals iemands mogelijkheden kunnen ontwikkeld worden, kan het opzetten en verbreden van een sociaal netwerk voor een zoon, dochter, broer, zus of partner gestimuleerd worden.

Je kind helpen om zijn of haar sociaal netwerk te ontwikkelen kan je alleen doen of samen met ouders met een kind of kinderen met autisme. Verzamel een groep mensen en ga samen aan de slag om de vrienden- en kennissenkring van ieders zoon, dochter, broer, enz. (verder) te ontwikkelen. Ga samen met de groep op zoek naar mensen die passen bij je kind, die zijn of haar interesses delen. Je kan ook samen op zoek gaan naar verenigingen of clubs die activiteiten organiseren die je kind leuk vindt. Samen sta je sterker en een dergelijk initiatief geeft je de mogelijkheid om de zoon, dochter, broer, zus, enz. van ieder groepslid uit zijn of haar sociaal isolement te halen of te voorkomen dat ze op termijn geïsoleerd raken.

Hoe je te werk kan gaan, staat uitgebreid beschreven in het boek ‘Leven als (g)een ander. Over een vrienden- en kennissenkring’ van de auteurs Cis Schiltmans, Ann Fiems en anderen. Voor alle informatie hierover kan je terecht bij de ouder- en familievereniging VVA.

Als je kind niet of weinig met andere kinderen speelt, kan je zelf de rol van leeftijdsgenootje vertolken. Zo kan je kind leren om samen te spelen. Gebruik speelgoed of materiaal dat populair is bij de kinderen op school of bij leeftijdsgenootjes. Ga op in uw rol; pas je taal aan en gebruik spelregels die passen bij de ontwikkelingsleeftijd van je kind. Als je kind niet meegaat in je spel of bepaalde signalen niet begrijpt, kan je dat moment aangrijpen om een en ander te verduidelijken. Probeer je in te leven in je rol en spreek je gedachten hardop uit. Ga er niet van uit dat je kind begrijpt of aanvoelt wat zijn of haar acties bij een ander teweegbrengen. Bijvoorbeeld, wanneer je kind het autootje afneemt waarmee je speelt, zeg je “Neen, ik speel met het autootje.”

Geef je kind veel complimentjes bij positief gedrag (wanneer het iets geeft, kan wachten, met iets helpt, enz.). Zeg duidelijk waarom je een complimentje geeft.

  • Om de beurt iets doen. Bijvoorbeeld een puzzelstukje leggen, de bal gooien, enz.
  • Om hulp vragen. Dit kan je stimuleren door opzettelijk iets fout te doen of om directe hulp te vragen. Zeg heel duidelijk aan je kind dat het leuk is om geholpen te worden.
  • Fantasiespel of doen-alsofspel. Bijvoorbeeld zoveel mogelijk manieren zoeken om een ding of speelgoedje te gebruiken.

Meer lezen: Samen leren spelen

Luna spelen met zus

 

Ook op deze leeftijd kan je nog een rollenspel spelen. Verduidelijk voor je kind sociale regels. Thema’s die aan bod kunnen komen:

  • samenwerken en afspraken maken
  • zelf complimenten geven en omgaan met complimenten van een ander
  • omgaan met kritiek en zelf kritiek geven
  • compromissen sluiten
  • zich verontschuldigen
  • naar anderen luisteren
  • sociale signalen herkennen en hoe erop reageren
  • heen-en-weergesprekjes voeren
vriendschap 6 tot 9 jaar

Het is voor een kind niet altijd duidelijk welke sociale omgang in bepaalde situaties gepast is. Hiervoor moet je zicht hebben op de sociale rangorde. Een tip uit het boek van Tony Attwood ‘Hulpgids Aspergersyndroom. De complete Gids.’

Teken op een groot blad een aantal concentrische cirkels. In de middelste cirkel schrijf je de namen van je kind en van de andere gezinsleden. In de cirkel daaromheen schrijf je de namen van de naaste familieleden. In de volgende cirkel komen de namen van mensen die je kind goed kent (leerkrachten, buren, vriendjes, …). In de cirkel daaromheen schrijf je namen van kennissen van het gezin, verre familieleden en anderen die je kind wel kent maar met wie het geen sterke band heeft. De voorlaatste cirkel is bestemd voor mensen die je kind af en toe ziet, bijvoorbeeld de tandarts of de huisarts. De buitenste cirkel staat symbool voor de onbekenden die je toevallig ontmoet.

Als de verschillende cirkels ingevuld zijn, kan je bepaalde sociale omgangsregels koppelen aan de verschillende cirkels. De manier waarop je iemand begroet bijvoorbeeld.

Praten over vriendschap
Vriendschap wordt op deze leeftijd steeds belangrijker, ook voor kinderen met autisme. Wat bij andere kinderen vanzelf lijkt te gaan, verloopt bij hen echter anders of moeilijker. Er zijn verschillende onderwerpen die je met je zoon of dochter kan bespreken.

  • Vraag aan je kind hoe je een goede vriend kan herkennen. Zoek samen naar de kenmerken van een goede en een slechte vriend.
  • Vraag aan je kind welke kenmerken het zelf heeft die anderen leuk vinden.
  • Vraag aan je kind wat het kan doen om een goede vriend van iemand te zijn.
  • Bespreek met je kind dat je geen vrienden maakt door dingen voor ze te kopen.
  • Zoek samen naar onderwerpen waarover je kan spreken en vragen die je kan stellen bij een eerste contact. Zorg ervoor dat de vragen algemeen zijn, bijvoorbeeld "Op welke school zit je?" of "Welke sport vind je leuk?".
vriendschappen 9 tot 13 jaar

Puberteit: informeren
Tieners met autisme hebben zoals alle andere tieners nood aan informatie en advies over (vriendschaps)relaties en seksualiteit. De voorlichting die op school gegeven wordt, volstaat doorgaans niet. Relaties en seksualiteit bespreekbaar maken is niet altijd makkelijk. Erover praten kan schaamte, angst, stress en onzekerheid voorkomen. Je kan je voorbereiden op de gesprekken met je zoon of dochter door een boek over het onderwerp te lezen.

Internet - Sociale media
Sociale media en chatten kan wel eens uitmonden in een hechte vriendschap. Er zijn zelfs speciale chatrooms voor mensen met autisme. Geen wonder, voor hen is het medium extra aantrekkelijk: je blijft in je eigen omgeving, je hoeft geen rekening te houden met de intonatie of gezichtsuitdrukking van de ander, je moet maar één kanaal tegelijk verwerken, je deelt informatie op je eigen tempo, enz. Natuurlijk is enige voorzichtigheid geboden. Spreek daarom enkele regels af met je kind. Probeer wel eerst voldoende kennis te hebben van het internet en sociale media. Zo verhoog je de kans dat uw adviezen en regels ernstig genomen worden. Enkele tips voor veilig internetgebruik:

  • Maak je kind duidelijk dat het geen persoonlijke gegevens of foto’s mag uitwisselen zonder uitdrukkelijke toestemming van één van de ouders.
  • Laat je kind een schuilnaam verzinnen die het online kan gebruiken.
  • Als je kind een weblog wil bijhouden, zeg dan dat dit het best anoniem gebeurt.
  • Zet de computer liever in de woonkamer dan in de speel- of slaapkamer van je kind.
  • Probeer je kind duidelijk te maken dat de virtuele wereld niet altijd overeenstemt met de realiteit.
  • Toon interesse voor de ‘virtuele’ vrienden van je kind. Praat erover. Waarschuw je kind dat internetvrienden zich anders kunnen voordoen dan ze zijn.
  • Geef duidelijke regels als je kind een internetvriend wil ontmoeten. Bij een eerste ontmoeting kan bijvoorbeeld iemand meegaan; afspreken moet op een plek met veel mensen; nergens naartoe gaan indien dat niet afgesproken was; enz.
  • Zet de belangrijkste waarschuwingen op papier en hang dat op een goed zichtbare plek bij de computer.
sociale relaties kinderen 13 jaar ouder internet

Lotgenoten
Andere mensen met autisme ontmoeten kan op de bijeenkomsten van lotgenotengroepen waar ervaringen worden uitgewisseld. De deelnemers vinden er herkenning en erkenning. Zo is er bijvoorbeeld JONASS, voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen met autisme. 

Vrijetijdsclubs en cursussen
Vertrekkende van de sterke punten van je kind kan je op zoek gaan naar een club of een groep jongeren met dezelfde interesses: houdt je kind van zingen dan kan je bijvoorbeeld contact opnemen met een koor; houdt je kind van naaien, ga dan op zoek naar een naaicursus bij jou in de buurt. Deze activiteiten kunnen worden voorbereid door een thuisbegeleidingsdienst of een organisatie voor vrijetijdszorg. Weet je kind zelf niet wat het leuk vindt dan kan een bemiddelaar van een organisatie voor vrijetijdszorg samen op zoek gaan naar mogelijkheden. Nog meer informatie kan je vinden in onze Praktische Gids in der rubriek 'Vrije tijd'.