Portret van Cédric
Hij en zijn videocassettes zijn onafscheidelijk.
Cédric is 16. Hij gaat naar een school voor buitengewoon onderwijs. Hij heeft een oudere zus en woont samen met haar bij zijn grootouders en zijn vader.
Hij praat en kan lezen en schrijven. Cédric is verstandelijk goed begaafd. Hij is bang voor bepaalde geluiden (hij houdt zijn handen voor zijn oren wanneer hij ze hoort) en ongevoelig voor pijn. Thuis blijft Cédric meestal op zijn kamer, ook om te eten. Hij gaat niet naar anderen toe. Nochtans kan hij op iemand af stappen of iemand aanspreken wanneer hem dat wordt gevraagd (wanneer zijn grootmoeder hem roept, wanneer men hem opdraagt iemand iets te gaan vragen, enz.). Cédric wil tijdens de maaltijden alleen zijn en eet op zijn kamer.
Cédric heeft echolalie. Zo blijft hij bijvoorbeeld dialogen uit tekenfilms herhalen. Over het algemeen doet Cédric alles heel snel (het huis binnengaan, lopen, de dingen die hij doet tijdens zijn vrije tijd of die hem worden gevraagd). Hij gebruikt een uurrooster, een lijstje met activiteiten die zijn grootmoeder in een notitieboekje schrijft. Cédric heeft geleerd om zich alleen te wassen. Hij maakt gebruik van een taakanalyse met foto's van elke stap die hij daarbij moet zetten.
Wanneer hij alleen is, kijkt Cédric vooral graag naar tekenfilms van Walt Disney die hij versneld afdraait. Hij en zijn videocassettes zijn onafscheidelijk. Hij neemt ze overal mee, ook wanneer hij in de tuin is. Hij neemt ze ook in zijn tas mee naar school. Cédric houdt verder van autopetten in de tuin, muziek maken (onder meer de tune van Mary Poppins die hij gewoon op het gehoor heeft leren spelen), tekenen, knippen en puzzels maken.
Voor de school doet Cédric een stage in een supermarkt waar hij de rekken aanvult. In zijn vrije tijd doet Cédric aan muurklimmen. Hij klimt zeer zelfverzekerd en vindt de handgrepen op de muur heel alleen.