Zijn mensen met autisme overgevoelig?
Mensen met autisme uiten hun gevoelens soms op een zeer extreme manier. Op alle leeftijden kan men bij hen extreme lachbuien, paniekreacties of driftbuien zien. Er is vaak ook sprake van grote stemmingswisselingen: het ene moment hebben ze een fikse driftbui, enkele ogenblikken later staan ze blij te lachen. Soms lijkt het alsof sommige mensen met autisme overgevoelig zijn en dat er geen rem staat op het uiten van gevoelens.
Hun absoluut denken ligt hier aan de oorzaak. Omdat ze prikkels minder goed in hun context kunnen voorspellen en begrijpen, komen die erg absoluut over. Dat geldt niet alleen voor prikkels die van buitenaf komen, maar ook voor wat ze vanbinnen ervaren. Mensen met autisme kunnen verrast worden en zelfs overspoeld door lichamelijke ervaringen die ze onvoldoende in context kunnen plaatsen. Die context is noodzakelijk om dingen te relativeren: relateren is relativeren. Mensen met autisme kunnen niet zo goed relativeren. Ze worden gepakt door de dingen die ze ervaren, ook door hun eigen gevoelens. Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden helemaal in beslag genomen door dat absolute gevoel. Daardoor zijn ze blind voor andere elementen in hun omgeving, die dat wat ze voelen in een ruimer kader situeren en dus zouden kunnen relativeren. Daardoor hebben ze veel minder controle over hun gevoelens. Een explosieve expressie is het gevolg van een gevoelsexplosie binnenin.
Donna Williams beschrijft het als overspoeld worden door een gevoel. De lichamelijke ervaring overheerst. Daardoor voelt een waarschuwing aan als terreur, een voorkeur als verliefdheid, minder fut hebben als een depressie. Bij een dergelijke emotionele zondvloed weet de persoon met autisme wel wat hij voelt, maar het is net alsof de hersenen de volumeknop van de gewaarwordingen op maximum hebben gezet. Daardoor kunnen zelfs aangename gevoelens onaangenaam worden.
Ook kinderen zonder autisme uiten hun gevoelens wel eens extreem wanneer ze nog heel klein zijn. Wie heeft in de supermarkt nooit een peuter gezien die zich gillend op de grond gooit omdat hij geen snoep krijgt? Maar die peuter leert gaandeweg wel dat er afspraken bestaan over het uiten van gevoelens: "Ik kan begrijpen dat je boos bent omdat je geen snoep krijgt, maar daarom doe je dit nog niet! Je moet je een beetje leren gedragen!". Bovendien leert die peuter ook dat je gevoelens vaak veel effectiever via taal kan uiten.
Dit leren verloopt veel moeilijker bij kinderen met autisme. Niet alleen hebben ze moeite met het verwerven van een taal om emoties uit te drukken, vooral de nuances in emoties, maar het is voor hen ook moeilijk om te achterhalen welke vorm van communicatie in een bepaalde context het meest gepast is. De sociale regels voor het uiten van en communiceren over gevoelens zijn erg afhankelijk van de context. Thuis mag je misschien wel eens je stem verheffen als je je ergert aan iets, maar op het werk of in de klas wordt zoiets doorgaans niet geapprecieerd. Bovendien: wanneer je door je eigen gevoelens overspoeld wordt, is het niet makkelijk om tegelijkertijd ook nog rekening te houden met hoe de gevoelsuitingen overkomen bij de ander.