Autisme en eetproblemen

Eetproblemen komen vaak voor bij kinderen met autisme. De problemen kunnen divers zijn, zoals weinig gevarieerd eten, moeilijke overgang van vloeibaar naar vast voedsel, bijzondere eetgewoonten, bepaalde kleuren niet willen eten, heel traag of juist heel snel eten of een vaste zitplaats nodig hebben.

Jong kind met autisme huilt omdat het niet wil eten

Oorzaken van eetproblemen

Om de oorzaak van de eetproblemen te vinden, zal je het standpunt van je kind moeten innemen. Je zal een ‘autistische bril’ moeten opzetten om te zien wat de onderliggende factoren kunnen zijn. De oorzaken van eetproblemen bij kinderen met autisme zijn heel divers en kunnen te maken hebben met onder meer:

  • zintuiglijke overgevoeligheden en ondergevoeligheden, zoals onaangename textuur van het eten, te sterke geur van eten of omgeving, eten heeft geen of weinig smaak
  • sociale aspecten rond de maaltijden
  • motorische problemen: slik- en kauwproblemen, gemis aan coördinatie, …
  • detailwaarneming zodat kleine veranderingen al voldoende zijn om eten te weigeren
  • angsten omdat ze bijvoorbeeld een nare ervaring hadden met eten zoals zich verslikken of tong verbranden of iets gehoord hebben over schadelijke effecten van voedsel
  • activiteitsniveau waardoor ze tijdens de maaltijd niet lang genoeg op hun stoel kunnen blijven zitten

Tips voor ouders van een kind met eetproblemen

Bij zowel te weinig als te veel eten of te eenzijdig eten

We raden aan om professionele hulp te zoeken. Ga langs bij de huisarts om erover te praten.

Bij zintuiglijke gevoeligheden

  • Nieuw voedsel in kleine stappen introduceren: op het bord tolereren, ruiken, likken, 1 hapje eten, … Zorg daarbij voor een ontspannen sfeer, geef steun en veel complimentjes. 
  • Laat je kind proeven buiten de maaltijden. Zo vermijd je dat aan tafel gaan de betekenis ‘nieuwe dingen proeven’ krijgt.
  • Beloon je kind met iets klein indien het iets nieuw wil proeven. 
  • Geef je kind een bord met compartimentjes zodat het eten overzichtelijk is op het bord.
  • Varieer met voedingsmiddelen die je kind wel lust.
  • Zorg voor voldoende afstand bij afkeer van eetgeluiden van anderen of zorg voor afleiding met muziek.
     

Bij onduidelijkheden

  • Gebruik visuele ondersteuning om de eetsituatie te verhelderen en voorspelbaar te maken.
  • Bereid je kind voor indien je gasten uitnodigt om te komen eten.
  • Geef je kind een vaste plaats aan tafel.

Bij sociale problemen

  • Verhelder sociale regels die aan tafel gelden.
  • Wanneer het sociale aspect aan tafel stress veroorzaakt, verwacht dan niet dat je kind over zijn dag vertelt of gezellig meepraat. Soms zijn ze meer ontspannen als ze alleen kunnen eten.

Bij angsten

  • Voeding niet onderverdelen in gezond en ongezond of goed en slecht om letterlijk overnemen en discussies te vermijden.
  • Geef je kind informatie die het begrijpt.

Bij teveel eten

  • Gebruik kleinere borden.
  • Verminder geleidelijk de porties.
  • Voedingsmiddelen uit het zicht of buiten bereik van het kind houden.
  • Koop geen snacks zoals snoeprepen en chips.
  • Maak een voedingsschema met hoofdmaaltijden en tussendoortjes.

Bij motorische problemen

  • Praat met de huisarts 
  • Logopedische behandeling