Na het winkelen

  • Als je thuiskomt van de winkel, zet je alle boodschappen op zijn plaats.
  • Begin met de spullen die in de diepvries zitten, zo kunnen deze niet ontdooien.
  • Daarna zet je in de koelkast wat in de koelkast hoort.
  • De rest zet je in je voorraadkast of waar je het nodig hebt.
  • De temperatuur van de diepvriezer zet je op -18°C of kouder.
  • Producten die je in de winkel uit de diepvriezer hebt genomen, bewaar je thuis ook in de diepvriezer.
    Als je een niet voorverpakt product invriest, kan je dit best in een gesloten bakje of diepvrieszak plaatsen. Kleef hierop een etiket met de naam van het product en de invriesdatum. De meeste producten kan je ongeveer 3 maanden invriezen zonder kwaliteitsverlies.
  • Wanneer je alleen bent en je graag elke dag vers brood wilt eten, is het invriezen van brood een aanrader. Door het brood in de diepvriezer te plaatsen, kan je elke dag er een aantal sneden uit halen die je wilt op eten.
  • Probeer om de diepvriezer minstens 1 x om de drie tot zes maanden te ontdooien. Doe dit wanneer je diepvriezer bijna leeg is. Bewaar ondertussen het eten in bijvoorbeeld een koeltas. 

Denk bij het uitladen na welke producten je uit de koeling hebt genomen. De producten die je uit de koeling hebt genomen, bewaar je in de koelkast.
Bij twijfel kan je ook op de verpakking kijken. Op de verpakking staat dan vermeld: ‘koel bewaren’ of ‘na openen gekoeld bewaren’. Voorbeelden van dergelijke producten zijn: mayonaise, yoghurt, kazen, boter, eieren, gesneden fruit..

  • De temperatuur van de koelkast zet je op 4 °C. Om dit te weten kan je een thermometer in je koelkast leggen.
  • Als je de producten steeds op dezelfde plaats zet in de koelkast, zal je ze sneller terug vinden. Plaats producten die bijna vervallen zijn of het snelste op moeten, vooraan.
  • Nadat je een product hebt geopend, dek je deze eerst af (met huishoudfolie) voor je deze in de koelkast plaatst. Warme gerechten laat je eerst afkoelen, voor je ze in de koelkast zet.
  • Producten die je gekoeld moet bewaren, zoals vleeswaren of salades, plaats je na gebruik beter zo snel mogelijk terug in de koelkast.
  • Rauwe producten (bv. vlees/kip/vis) houd je best gescheiden van bereide producten die niet meer worden verwarmd. Dit om kruisbesmetting te voorkomen waarbij ziekmakende bacteriën van het ene rauwe product op het andere kunnen komen.
  • Rauwe producten kan je best onderin de koelkast plaatsen, boven de groentelades, omdat het daar het koudste is.
  • Stop je eten in opbergdozen om ze te beschermen tegen uitdrogen, bacteriën en andere stoffen.
  • Probeer de koelkast 1x per maand te kuisen. Droog de koelkast daarna uit met een propere doek. Doe dit wanneer je koelkast bijna leeg is. Bewaar ondertussen het eten in bijvoorbeeld een koeltas.

Bij producten die je in de voorraadkast moet bewaren, staat er meestal op de verpakking: ‘donker bewaren op kamertemperatuur’. Voorbeelden van dergelijke producten kunnen zijn; conserven in blik en/of glas, pasta, rijst, bloem, noten, kruiden, olie, ...

Het is aangewezen om je voorraad eten zoveel mogelijk op een vaste plaats te bewaren.

  • Aardappelen bewaar je best op een koele donkere plek.
  • Groenten zoals; tomaat, komkommer, aubergine, paprika, wortel, knolselderij en ui bewaar je best in de voorraadkast. Daar blijven ze langer goed.
  • Fruit bewaar je het beste in een fruitmand of -schaal.
Voedingscentrum - eten bewaren

Website met bewaaradvies voor allerlei producten