In het gewoon onderwijs zijn er eindtermen. Hoe is dit in het buitengewoon onderwijs georganiseerd?

Gewoon onderwijs

In het gewoon onderwijs legt het Vlaams parlement eindtermen vast (behalve in het kleuteronderwijs en het secundair onderwijs B-stroom van de 1ste graad waar met ontwikkelingsdoelen wordt gewerkt). Eindtermen zijn minimumdoelen: minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes voor de leerlingen. Elke school beslist zelf hoe ze die aanpakt. De inspectie gaat na of de eindtermen voldoende in de lessen aan bod komen. Scholen baseren zich op de eindtermen voor het uitreiken van de getuigschriften. De klassenraad kan beslissen om vrijstelling van bepaalde eindtermen te verlenen en om vervangende activiteiten vast te leggen.

Buitengewoon onderwijs

Het buitengewoon onderwijs heeft geen gemeenschappelijk leerprogramma zoals in het gewoon onderwijs. Men wil het onderwijsaanbod juist afstemmen op de ontwikkelingsmogelijkheden, de noden en de evolutie van de individuele leerling. De overheid legt per type (buitengewoon basisonderwijs) en per opleidingsvorm (buitengewoon secundair onderwijs) ontwikkelingsdoelen vast. De school kiest de ontwikkelingdoelen in samenspraak met het CLB en zo mogelijk de ouders en eventueel andere betrokkenen (bijvoorbeeld verwijzende instantie en beroepskrachten uit externe voorzieningen)

Handelingsplan

In een handelingsplan wordt de keuze van de ontwikkelingsdoelen omschreven. Het handelingsplan omschrijft doorgaans volgende elementen:

  • identiteitsgegevens leerling
  • identiteitsgegevens van het begeleidingsteam
  • de inhoud van het opvoedings- en onderwijsaanbod
  • de wijze waarop het opvoedings- en onderwijsaanbod gerealiseerd wordt
  • de planning van de realisatie van het opvoedings- en onderwijsaanbod
  • evaluatie van het proces en het effect
Vergeet niet

In het buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 4 gelden de eindtermen, ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen van het overeenstemmend niveau van het gewoon secundair onderwijs.