Huishouden

Het is belangrijk dat je je woonst schoon houdt. Een proper huis brengt meer structuur en is beter voor de gezondheid. Het kan je tevens helpen om tot rust te komen. Om je huis proper te houden heb je spullen nodig en moet je weten hoe je ermee aan de slag kan.

Hier vind je een overzicht met alles wat je nodig kan hebben om je woonst proper te houden.

Bij de links vind je allerlei demonstratiefilmpjes over hoe je aan de slag kan gaan met schoonmaken.

Maak een schoonmaakplanning, zodat je weet wanneer je wat moet doen opdat je woning proper blijft.

 

Tips

  • Zet een leuk muziekje op, dat maakt het aangenamer om deze taak aan te pakken.
  • Ruim eerst een kamer op voordat je gaat schoonmaken.
  • Doe eerst het “droge” schoonmaakwerk, daarna het “natte”.

Opgelet: in sommige schoonmaakmiddelen zitten gevaarlijke stoffen.

Op het etiket staan dan bijvoorbeeld de volgende tekeningen:

symbool ontvlambaar ontvlambaar symbool irriterend irriterend/schadelijk

 

Op gevaarsymbolen.be vind je allerlei symbolen die wijzen op gevaar.

Lees voor het eerste gebruik van een schoonmaakmiddel de gebruiksaanwijzing

  • Adem niet in boven een fles met schoonmaakmiddel
  • Draai na gebruik meteen de dop weer op de fles
  • Giet een schoonmaakmiddel nooit over in een andere fles
  • Gebruik voor de afwas alleen afwasmiddel
  • Trek plastic huishoudhandschoenen aan wanneer je schadelijke of irriterende schoonmaakmiddelen gebruikt

Om je kamer een nette indruk te geven, dek je steeds je bed terug op. Dit is ook aangenaam als je ’s avonds weer in bed kruipt. Laat je bed bij voorkeur wel even verluchten vooraleer je het opnieuw opmaakt.

Eén keer per week of om de twee weken verschoon je de lakens van je bed. Hier vind je een stappenplan van hoe je het beddengoed van je bed haalt en hoe je het erna weer netjes erop legt.

Afval sorteren is goed voor het milieu en wordt daarom verplicht door je gemeente.

AFVALKALENDER

Bij inschrijving op je nieuwe adres krijg je meestal een afvalkalender voor het lopende jaar mee. Heb je er toch geen gekregen? Haal een afvalkalender op bij het gemeentehuis. Deze is gratis en wordt in de meeste gemeenten gratis per post bezorgd. De kalender geeft een duidelijk overzicht van wanneer welk afval wordt opgehaald. Je leest er ook de openingsuren van het containerpark en alle informatie over afval sorteren.

Tip: Je kan de afvalkalender ook online importeren in je eigen elektronische agenda.

 

BEKNOPT OVERZICHT VAN HOE JE AFVAL MOET SORTEREN

Glas: Doe lege glazen potten en flessen in de glasbak. Je kan bij de gemeente vragen waar de dichtstbijzijnde glasbak is. Vergeet niet om de doppen eraf te halen. In sommige gemeenten halen ze glas op.

Papier: Gooi kranten, tijdschriften en karton in de papierbak

Chemisch afval: Restjes verf en lege batterijen zijn chemisch afval. Er zitten stoffen in die slecht zijn voor het milieu. Zet chemisch afval nooit bij het gewone afval. Stop ze in de speciale container voor chemisch afval. Batterijen lever je in bij je supermarkt.

GFT-afval: Groente-, fruit- en tuinafval. De meeste huizen hebben van de gemeente een aparte container gekregen voor GFT-afval. Sommige mensen hebben een composthoop in de tuin waarop ze GFT-afval composteren.

PMD- afval: Plastic, metaal en drankkartons. Hiervoor koop je specifieke zakken in de supermarkt of op het gemeentehuis.

Ga de gebruiken van jouw gemeente na, omdat er verschillen kunnen bestaan. Ga langs bij je gemeente of kijk op de website.

 

UITGEBREID OVERZICHT VAN HOE JE AFVAL MOET SORTEREN

Op de website betersorteren.be vind je een uitgebreid overzicht van hoe je afval moet sorteren.

Tip:  Maak visueel duidelijk welk afval waarin moet. Voorzie bijvoorbeeld vijf gekleurde bakken en kleef daarop een lijstje en afbeeldingen met wat waarin hoort.

Na het eten heb je afwas. Om vieze geurtjes te voorkomen, stop je deze direct na het eten in de afwasmachine of je wast af met de hand.

Afwasmachine

  • Maak alle borden, bestek en potten vrij van etensresten, anders raakt je machine verstopt.
  • Stop alles netjes in de afwasmachine.
  • Laad de machine uit als het programma afgelopen is.

Met de hand afwassen

  • Zorg dat je aanrecht leeg is, zodat je voldoende plaats hebt om alles te zetten.
  • Maak alle borden, bestek en potten vrij van etensresten.
  • Was eerst de glazen af, daarna de rest. Als laatste de kookpotten.
  • Gebruik warm water, dan krijg je alles sneller schoon en je handdoek wordt minder snel nat.

Hier vind je een filmpje waarin men stap voor stap toont hoe je de afwas met de hand doet.

Kledij, beddengoed, een tafellaken, handdoeken, … moeten regelmatig gewassen worden.

Op de website WikiHow vind je een stappenplan om de was te doen.

Als je zelf geen wasmachine hebt, ga je naar een wassalon in de buurt. Vind er één in je buurt via de gouden gids. Je kan in de zoekbalk bovenaan je postcode of straat invullen om een wassalon in je buurt te vinden.

 

De meeste mensen strijken hun kledij, omdat kledij met kreuken niet netjes oogt.

Je hoeft niet alles te strijken. Wat je niet hoeft te strijken is bijvoorbeeld ondergoed en handdoeken. Er zijn heel wat mensen die hun pyjama’s, lakens en zakdoeken niet strijken. Hemden, broeken en T-shirts worden gewoonlijk wel gestreken.

Als je wilt strijken neem je eerst al de kleren die je wil strijken, een strijkijzer en een strijkplank. Je zet je strijkplank dan ergens neer waar je voldoende plaats hebt. Doe water in je strijkijzer tot aan het maximum streepje.

 

Tip: Wanneer je de was droogt in de droogkast, plooi deze dan onmiddellijk op wanneer het droogprogramma gedaan is, zo heb je minder strijkwerk.

Tip: Maak een persoonlijke keuze in wat je wel en niet strijkt. Mensen variëren sterk op dit vlak, gaande van alles strijken tot enkel het hoogstnodige.

Tip: Als je kleren koopt, kijk dan na hoe makkelijk iets te wassen en te strijken is.

 

Demonstratiefilmpjes strijken

Opruimen vraagt een goede organisatie, doorzettingsvermoeden en geduld. Voor sommige mensen is opruimen gemakkelijk, anderen vinden het heel moeilijk.

Hieronder vind je persoonlijke eigenschappen die opruimen moeilijker maken:

  • Verzameldrang, alles willen bijhouden. Als je te veel spullen hebt, is het onmogelijk om alles een vaste plek te geven en om alles op orde te houden.
  • Bang om iets kwijt te raken als je het niet meer ziet.
  • Zelf niet vinden dat het rommelig is, omdat je alles weet liggen.
  • Oog hebben voor details, maar niet voor de hele kamer, waardoor je niet opmerkt dat de kamer rommelig is.
  • Moe zijn. Als je moe bent, heb je weinig energie om op te ruimen. Door de vele prikkels kan rommel je nog meer moe maken.
  • Snel afgeleid zijn. Je begint op te ruimen, maar voor je het weet ben je met iets anders bezig dat je tegenkomt.

Tips:

  • Bepaal een vaste dag of moment waarop je opruimt, al dan niet samen met iemand anders. Een vast opruimmoment afspreken geeft rust tussenin, want dan kan je makkelijker eens een stapeltje rommel laten liggen of je geen stress laten bezorgen.
  • Zorg dat alles een vaste plek heeft.
  • Zorg dat je alles kan nemen en terugzetten zonder dat je iets anders hoeft te verplaatsen.
  • Laat je indien nodig een structuur aanleren door iemand anders.
  • Probeer systemen uit. Het is niet erg als het niet meteen perfect lukt.