Studiemethode

Een studiemethode is een manier van studeren die helpt bij het verwerken van de informatie uit cursussen en lessen (of leerstof). Er bestaan verschillende studiemethoden. Welke studiemethode je gebruikt, hangt af van jouw persoonlijke voorkeur en van de leerstof die je moet studeren.

In het hoger onderwijs is het nog belangrijker dan in het secundair onderwijs om een goede studiemethode te hebben. Er wordt leerstof aangeboden aan een hoger tempo, de hoeveelheid leerstof is groter en wordt aangeboden op verschillende manieren (bv. boek, slides, notities, informatie uit boeken). Je moet zelfstandiger studeren. Het is voor de meeste studenten niet zo gemakkelijk om alle leerstof te kennen voor een examen. Als het niet lukt om alles te kennen (wat niet altijd nodig is), dan probeer je best wel de belangrijkste leerstof te kennen. Hiervoor worden er studiemethoden gebruikt.

Er bestaan verschillende studiemethoden. Het is belangrijk een studiemethode te vinden die voor jezelf bruikbaar is en geschikt is voor een bepaald vak en de bijhorende evaluatievorm.

Hieronder vind je allerlei studiemethoden. Als je erop klikt, krijg je er meer informatie over.

Voor je begint met het verwerken van de leerstof probeer je best eerst een overzicht te krijgen op de leerstof. Als je een studieboek of handboek hebt, kan je meestal vooraan in het boek een inhoudstabel terugvinden. Deze inhoudstabel geeft je een overzicht en geeft aan wat de hoofdthema’s zijn. Je vindt er terug welke hoofdstukken er zijn en wat er in de hoofdstukken staat, soms ook welke tabellen en bijlagen er zijn. Als je geen handboek hebt, maar enkel een presentatie of notities, is er niet altijd een overzicht van alle hoofdstukken. Je kan dan zelf de titels van de lessen of presentaties onder elkaar schrijven en zo een overzicht maken. Eenmaal je een overzicht hebt, kan je een planning opmaken.

Lezen of herlezen is een studiemethode die vooral helpt om inzicht te krijgen in de leerstof en om de leerstof beter te begrijpen.

Als je de leerstof al eens leest vóór de les, weet je al op voorhand waarover de les zal gaan en kan je eventuele vragen (over zaken die niet duidelijk zijn) al opschrijven. Als je de leerstof nog eens leest ná de les, krijg je makkelijker inzicht in de leerstof en kan je eventueel nog zaken noteren die je in de les nog niet had begrepen.

Noteren helpt om leerstof actiever te verwerken. Als je tijdens het studeren dingen opschrijft, onthoud je deze vaak beter. Je kan terwijl je de leerstof doorneemt woorden uit de cursus opschrijven, tabellen en grafieken overtekenen, of in de kantlijn de kern (de belangrijkste gedachte) van een alinea opschrijven.

Luidop leren helpt om leerstof actiever te verwerken. Als je tijdens het studeren dingen luidop vertelt, onthoud je deze vaak beter. Je kan terwijl je de leerstof doorneemt, luidop alles lezen, of je kan delen uit de cursus luidop proberen uitleggen aan iemand anders (dit kan een denkbeeldig persoon zijn).

Een schema zorgt ervoor dat leerstof visueler wordt. Je kan gebruik maken van pijlen om verbanden weer te geven of kleuren om belangrijke zaken duidelijk over te laten komen. Voorbeelden van schema’s zijn mindmaps, grafieken, tabellen, tijdslijnen, vergelijkingstabellen. Een voorbeeld van een mindmap vind je hier.

Er bestaan (gratis) online programma's en apps om mindmaps te maken, bijvoorbeeld Mind Map Maker en MindMup.

Geheugensteuntjes of ezelsbruggetjes zorgen ervoor dat je leerstof die je uit het hoofd moet leren beter kan onthouden. Als je bijvoorbeeld 10 kenmerken moet onthouden, kan je de eerste 10 letters van die kenmerken opschrijven en daar een woord of een zin mee maken. Op www.ezelsbruggetje.nl vind je tal van voorbeelden.

Om ervoor te zorgen dat je niet vlak voor de examens plots heel veel leerstof moet verwerken, kun je best tijdens het semester je leerstof bijhouden. Dit betekent dat je je mappen met studiemateriaal op orde houdt en dat je telkens weet waar de vorige les over gegaan is. Vanaf de eerste lesdag kan je hiermee beginnen. Je kan je notities van elk vak nalezen op het einde van de dag. Spendeer hier niet meer dan een half uur per vak aan en weersta aan de neiging om je notities opnieuw te schrijven. Wat je best wel doet, is belangrijke zaken onderlijnen, omcirkelen of aanduiden met een markeerstift. Je kunt opmerkingen toevoegen met informatie die je niet had kunnen opschrijven in de les of die in je cursus staat.

Het is aanbevolen om een vak zeker drie keer door te nemen:

  1. tijdens de periode dat het les is (verwerken)
  2. tijdens de blokperiode (studeren)
  3. tijdens de examens (herhalend studeren)

In het hoger onderwijs is er meestal een lange periode tussen het geven van de leerstof en het examen zelf. Om informatie te blijven onthouden is het nuttig om deze te herhalen. Herhalen van leerstof is niet hetzelfde als enkel herlezen maar is actief de leerstof toepassen. Dit kan je doen door voor jezelf een test op te stellen, of door de leerstof luidop te herhalen in je eigen woorden. Je kan zelf naar voorbeelden zoeken die bij de leerstof horen. Wanneer je schrijft aan een samenvatting of aan het schematiseren bent, herhaal je de leerstof op een actieve manier.

Om de leerstof beter te verwerken en actief toe te passen, kan je voorbeelden bedenken die bij de leerstof horen. Soms worden in een cursus voorbeelden gegeven, probeer dan zelf eens om nog een extra voorbeeld te bedenken. Het maakt een goede indruk op je examen als je zelf nog een extra voorbeeld kan geven, bovenop dat uit de cursus.

Om te controleren of je de leerstof voldoende kent, ondervraag je jezelf. Zo weet je of je voldoende hebt gestudeerd of niet. Soms zijn er voorbeeldexamenvragen die je al kan proberen oplossen. Je kan ook zelf vragen bedenken tijdens het studeren en die dan na het studeren proberen oplossen. Wat je ook kan doen, is proberen om zonder in de leerstof te kijken, bepaalde delen van de cursus op te zeggen of op te schrijven. Als je bijvoorbeeld 10 kenmerken moet onthouden, probeer ze dan eens alle tien op te schrijven zonder te spieken.

Een handige manier om te controleren of je de leerstof kent, is door gebruik te maken van flitskaarten. Dat zijn kaarten waarop aan de voorkant een vraag staat en aan de achterkant het antwoord. Tijdens het studeren verzin je zelf vragen over de leerstof. Dan kan je jezelf testen door kaart per kaart de vraag te proberen beantwoorden. Test jezelf tot je alle antwoorden op de vragen correct kent.

Je kunt flitskaarten maken met pen en papier of met behulp van software of websites. Voorbeelden zijn Anki, Mnemosyne Project en Cram 

Een spiekbriefje wordt soms gebruikt door studenten om leerstof stiekem mee te smokkelen naar het examen. Ze noteren dan delen van de leerstof op een briefje en nemen dat mee naar het examen, om tijdens het examen te kunnen kijken naar het briefje. Spiekbriefjes zijn verboden! Als ze je tijdens een examen betrappen met een spiekbriefje, kan je gestraft worden (bijvoorbeeld met een onvoldoende op dat examen). Wat wel mag en wat ook kan helpen, is dat je briefjes maakt met delen van de leerstof erop en deze in je huis ophangt (op een plek waar jij vaak komt maar het niet storend is voor anderen), zodat je de leerstof regelmatig tegenkomt en ze daardoor beter kan onthouden.

Als je bepaalde delen van de leerstof niet goed begrijpt, kan je uitleg vragen aan studiegenoten, een studentenbegeleider of de docent zelf. Als iemand de leerstof dan nog eens op een andere manier probeert uit te leggen, begrijp je het vaak beter en kan je het ook beter onthouden.

Mind Map Maker en MindMup

Op deze websites kan je mindmaps maken

AnkiMnemosyne Project en Cram

Met behulp van deze tools kan je flitskaarten maken. 

Ezelbuggetjes.nl

Website met voorbeelden van ezelburggetjes die je kunnen helpen om leerstof beter te onthouden.