Op kot

Sommige studenten gaan op kot als ze hogere studies beginnen, meestal omdat de hogeschool of universiteit nogal ver van huis is en het veel tijd zou kosten om elke dag heen en weer te pendelen.

Bekijk op voorhand grondig of je al dan niet op kot wil gaan (lijst de voor- en nadelen op), bespreek deze keuze met je ouders en bereid je voldoende voor.

Er zijn verschillende manieren om een kot te vinden:

  • Je kent mensen die al op kot zitten en je tips kunnen geven
  • Je surft naar websites die een overzicht geven van koten (bv. www.kotzoeker.be)
  • Je wandelt door de studentenbuurt in de buurt van je campus en kijkt uit naar bordjes ‘kot te huur’. Hierbij staat meestal een telefoonnummer. Bel en zeg dat je geïnteresseerd bent in het huren van een kot en dat je graag een afspraak zou maken om het kot te bezichtigen.

Er zijn verschillende soorten koten:

  • Individueel kot: een kamer waarin je slaapt, eet en studeert. Meestal heb je geen eigen douche of toilet in je kamer. Het toilet en douche wordt dan gedeeld met andere studenten. De keuken is ofwel in je kamer, ofwel gedeeld met de andere studenten. Een individueel kot ligt meestal in een gebouw met vele koten verspreid over verschillende verdiepingen.
  • Gemeenschapskot: een appartement met een aantal kleine kamers met een bed en bureau, gelegen rond een gemeenschappelijke leef-, eet- en kookruimte. Daarnaast zijn er gemeenschappelijke douches en toiletten. Er is veel contact met andere studenten.
  • Studio: een volledige privé leefruimte, keuken, toilet en badkamer. Een studio is doorgaans duurder.
  • Bij de kotbaas zelf: De kotbaas stelt in zijn woning een ruimte te huur die jouw kot is. De rest van het gebouw wordt gedeeld met de kotbaas en zijn gezin, en eventueel met andere studenten.
  • Met andere studenten een huis of appartement huren: Samen huren houdt in dat je verschillende ruimtes samen deelt (living, keuken, badkamer) en ook de taken verdeelt (rekeningen betalen, koken, poetsen, …). Je hebt veel ruimte en de kostprijs is lager. Bij dit type kot moet je meer regelen, bijvoorbeeld belastingen, domicilie, … Bekijk de informatie bij ‘alleen wonen’
  • Omkaderd kot. In een omkaderd kot wonen zowel studenten met als zonder beperking, die elkaar ondersteunen op verschillende vlakken. De huurprijs ligt gewoonlijk lager omdat er een subsidie aan verbonden is.
  • Studentenvoorzieningen. Ga langs bij de studentenvoorzieningsdienst van jouw hogeschool of universiteit voor meer informatie over soorten koten en voor informatie over hun eigen aanbod.  

Hieronder vind je aandachtspunten waarop je zeker moet letten als je een kot huurt. Je kan deze checklist gebruiken om na te gaan of een kot in orde is. Ga er niet van uit dat je een perfect kot kan vinden, waarbij je bij elk puntje ‘ok’ kan aanduiden. Zorg dat de zaken die voor jou het meest belangrijk zijn in orde zijn.

Budget: Bereken op voorhand hoeveel geld je kunt spenderen aan de huur en de bijkomende kosten van op kot gaan, zoals bijvoorbeeld boodschappen doen.

Gezelschap: wil je in een huis met veel studenten wonen, of liever alleen?

Locatie: Wat is de afstand van je kot naar je campus? Geraak je er gemakkelijk te voet of met het openbaar vervoer? Heb je een fiets nodig?

Sfeer: Als je het kot eens bezoekt als de andere studenten er zijn, krijg je een eerste indruk van hoe de sfeer is op dit kot. Is er veel lawaai? Is de keuken rommelig of netjes?

Nachtrust: Als je de buurt van je kot ’s avonds bezoekt, ontdek je of er café’s of dancings zijn die je uit je slaap houden. Je bepaalt zelf hoe rustig je de omgeving wilt.

Regels: is er een reglement over bezoek, uitgaansuur, schoonmaak, muziekinstallatie of computer? Lees het dan op voorhand na.

Staat: Onderzoek de staat van de kamer grondig. Is er goede verwarming en isolatie? Heb je warm water? Hoe zien de badkamer en de keuken eruit? Wie onderhoudt de gemeenschappelijke ruimten? Zijn de muren geluidsdicht?

Veiligheid: is je kot brandveilig? Is er een brandladder en een brandblusser?

Contact: Ga na of je kotbaas gemakkelijk bereikbaar is en waar hij/zij woont.

Meubels: Vraag of het kot gemeubeld verhuurd wordt of dat je zelf meubels moet voorzien, en of je zelf een koelkast moet voorzien of niet.

Internet: Ga na of er internet aanwezig is. Vraag ook wat voor internet dit is? Draadloos, onbeperkt, beveiligd?

Bekijk op voorhand hoeveel geld je kan uitgeven aan je kot.  Bespreek met je ouders wie je kot gaat betalen, wie betaalt wat.

Hieronder vind je een overzicht van kosten waarmee je rekening moet houden:

  • Huur, huurlasten en huurwaarborg
  • Verzekeringen
  • Andere kosten zoals internet, verplaatsing, maaltijden, studiemateriaal, uitgaan.

De meeste koten worden voor 10 of 12 maanden verhuurd. Denk na of je je kot tijdens de zomermaanden nodig hebt (voor herexamens bijvoorbeeld). Als je een voor 12 maanden huurt, betaal je natuurlijk wel twee maanden meer huur. Je kan dit niet altijd kiezen. Vraag aan de kotbaas hoe dit zit voor jouw kot.

Meer informatie over kosten vind je hier onder het thema wonen.

Ga na of jij of je ouders in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. Kijk hiervoor op de website www.onderwijs.vlaanderen.be/studietoelagen-hoger-onderwijs

Op kot gaan is voor je sociaal leven een hele verandering. Als je op kot zit verwachten mensen bijvoorbeeld soms dat je mee gaat feesten of dat je ook zelf mensen op je kot uitnodigt.

Studenten gebruiken vaak facebook om uitnodigingen te versturen.
Je hoeft niet in te gaan op alle uitnodigingen. Kies bijeenkomsten/feestjes die passen in jouw studie- en/of dagschema en die aansluiten bij jouw interesse.

Wil je graag zelf mensen uitnodigen, hou dan rekening met het kotreglement of gewoonten van het huis en het aantal mensen dat je kot maximum aankan. Het hoeft niet altijd een feestje te zijn,  een etentje geven of een gewoon drankje aanbieden is ook gezellig. Soms kan je iemand laten logeren op je kot. 

Weet dat men niet van jou kan verwachten dat je voor een lange periode voorziet in eten en een slaapplek voor iemand anders. Als deze situatie zich voordoet, bespreek dit met die persoon zelf en eventueel met iemand die je vertrouwt en advies kan geven.

Houd je kot proper.

Vraag aan jouw kotbaas of je samen met je medestudenten verantwoordelijk bent voor het poetsen van de gemeenschappelijke delen zoals de gang, de douches, de toiletten en de keuken, of dat de kotbaas dit zelf regelt.

Als je samen met je kotgenoten de gemeenschappelijke ruimtes moet kuisen is het best dat je samen een planning maakt voor wie wat wanneer poetst. Hier vind je een voorbeeld van zo’n planning. Iedereen schrijft dan zijn naam in 1 of 2 vakjes (afhankelijk van aantal kotgenoten eerlijk verdelen) zodat alle vakjes vol geraken.

Meer informatie over schoonmaken vind je onder het thema wonen.

Maak regelmatig je vuilbak leeg en sorteer je afval zo goed mogelijk.

Vraag aan je kotbaas of het afval gesorteerd wordt, en wat je allemaal apart moet houden.

Meer informatie over afval sorteren vind je bij het thema wonen.

Checklist kot

Duid op deze checklist aan of de aandachtspunten voor het kot in orde zijn.

Bepaal voor jezelf wat de allerbelangrijkste criteria zijn, wat je pluspunten zou vinden, en wat je minder erg vindt /op een andere manier kan oplossen.

Planning schoonmaak gemeenschappelijke ruimtes

Hang deze planning op in een gemeenschappelijke ruimte en spreek af met de andere kotgenoten dat iedereen zijn of haar naam in enkele vakjes noteert (iedereen ongeveer even veel tenzij anders afgesproken), tot het rooster gevuld is.

Op kot met ASS in Leuven: Kotassist

Ondersteuning voor studenten met (een vermoeden van) ASS of psychische kwetsbaarheid bij de overstap naar het hoger onderwijs. Dit door hen voor te bereiden op het kotleven en hen tijdens het academiejaar te ondersteunen bij kotgerelateerde thema’s.

WatWat.be - Op kot

Allerhande informatie over op kot gaan.

Als je schema’s gebruikt om te plannen (bv. poetsen), plastificeer deze dan. Als je een uitwisbare stift gebruikt kan je de schema’s telkens opnieuw gebruiken.

Zoek een persoonlijke balans tussen de verwachtingen van kotgenoten en wat je zelf leuk vindt / nodig hebt. Durf 'nee' zeggen, maar durf ook eens 'ja' zeggen.