Welke beschermingsstatuten zijn er voor personen met een handicap?

Als meerderjarigen bij bepaalde beslissingen hun eigen belangen niet meer kunnen behartigen dan kunnen ze in mindere of meerdere mate bescherming nodig hebben, bijvoorbeeld budgetbeheer, een lening afsluiten, huwen of scheiden, medische behandeling ondergaan, …

Sinds 1 september 2014 is een nieuw beschermingsstatuut van kracht gebaseerd op het oude statuut van de voorlopige bewindvoering. De overige statuten (o.a. de verlengde minderjarigheid) worden in het nieuwe statuut opgenomen. De veranderingen gaan samen met een andere kijk op kwetsbare mensen: ook al hebben mensen nood aan ondersteuning, het is van belang dat ze zoveel mogelijk hun leven kunnen blijven leiden. Dit ligt geheel in de lijn met het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap.

Voortaan zijn er 2 beschermingssystemen:
1. De buitengerechtelijke bescherming
2. De rechtelijke bescherming

De buitengerechtelijke bescherming

De buitengerechtelijke bescherming kan alleen voor goederen. Om deze bescherming te organiseren maak je gebruik van de lastgeving. De lastgever (persoon met handicap, bejaarde, persoon met Alzheimer, …) kan een volmacht geven voor het volledige of gedeeltelijke beheer van zijn goederen aan een lasthebber (een vertrouwenspersoon, doorgaans een familielid). De te beschermen persoon bepaalt de principes die voor de overeenkomst van toepassing zijn. De notaris kan de lastgever helpen bij het opstellen van de overeenkomst. Het kan in principe zonder de tussenkomst van een notaris, maar gelet op de inhoud van de lastgeving is een notariële akte wel noodzakelijk (bijvoorbeeld de verkoop van een onroerend goed). Laat de lastgeving gratis registreren in het Centraal Register van Lastgevingovereenkomsten via de griffie van het vredesgerecht of via de notaris.

De rechtelijke bescherming

De vrederechter kan, op aanvraag van de te beschermen persoon of derde, een rechtelijke bescherming van een meerderjarige opleggen. Deze bescherming kan zowel betrekking hebben op het beheer van goederen als op de handelingen die raken aan de persoon, bijvoorbeeld keuze verblijfplaats, huwen.

Er zijn twee types bescherming:
Bijstand: de beschermde persoon kan zelf de handelingen stellen, maar niet op een zelfstandige manier
vertegenwoordiging/beheer: de beschermde persoon kan niet zelf de handelingen stellen

De nieuwe wetgeving laat toe om meer op maat en in functie van de behoeften van de te beschermen persoon een bewind te regelen. De vrederechter zal aan de hand van een checklist aanduiden wat de persoon zelf niet meer kan doen zodat de bewindvoerder bijstand kan verlenen of in zijn plaats kan optreden. De voorkeur gaat uit naar bijstand zodat de beschermde persoon zo zelfstandig mogelijk kan leven. Pas als bijstand niet volstaat om de belangen van de beschermde persoon te behartigen, zal de vrederechter vertegenwoordiging voorzien.